-
1 krenken
♦voorbeelden:krenkende opmerkingen • offensive/hurtful remarkszich gekrenkt voelen • be/feel offended/hurtiemand diep krenken • deeply offend/wound someone -
2 kwetsen
2 [grieven] hurt♦voorbeelden:1 licht gekwetst • slightly hurt/injuredkwetsende taal • hurtful languagegekwetste trots • wounded pridehij toonde zich gekwetst door die opmerking • he was offended by that remark -
3 doen
doen1〈 het〉♦voorbeelden:dat is geen manier van doen • that's no way to behavein goeden doen zijn • be well offuit zijn gewone doen zijn • not be one's normal selfergens mee van doen hebben • have (something) to do withvoor hun doen, … • for them, …; …, consideringdat is geen doen • that can't be done————————doen22 [ergens plaatsen] put3 [laten ondergaan] make, do4 [kosten, opbrengen] do ⇒ go for5 [schoonmaken] do ⇒ clean6 [bereizen, bezichtigen] do ⇒ visit7 [+ het] [gewenste (uit)werking hebben] work8 [+ onbepaalde wijs] [laten] make♦voorbeelden:een uitspraak doen • pronounce (on)uitspraak doen • pass judgementdoe mij maar een witte wijn • for me a white wine, I'll have a white wineik geef 't je te doen • it's quite a jobwat kom jij doen? • what do you want?iemand iets doen toekomen • send someone somethingze doet het erom • she does it on purposezij deed niets dan praten • she did nothing but talkwat doet hij (voor de kost)? • what does he do (for a living)?moet je wat doen? • do you have to go (somewhere)?er is niets tegen te doen • nothing can be done (about it), there's nothing to be donehij heeft het meer gedaan • he has done it beforezoiets doe je niet • you (just) don't do that (sort of thing)veel/weinig te doen hebben • have a lot/little to dowat is hier te doen? • what's going on here?ik weet niet waar ze het van doen • I don't know how they do itvergeet niet om … Doe ik • don't forget to … Will dodat doet me plezier • I'm glad about thatiemand verdriet/pijn doen • hurt someone, cause someone grief/painhet deed me niets • I couldn't have cared lessdie muziek doet me niets • I don't care for that musiczo'n ervaring doet je wat • such an experience moves/gets you4 wat moet dat boek doen? • how much do you want for that book?de tv doet het niet meer • the TV is out of orderdat doet het hem • that makes all the differenceiemand iets doen geloven • lead someone to believe somethinghij deed van zich spreken • he had people talking about himwe weten wat ons te doen staat • we know what (we are) to dodat moet je altijd doen • that's something you should always dodaar kan hij het mee doen • he can put that in his pipe and smoke iter het zwijgen toe doen • not say a worddat doet er niets toe • that's beside the pointer niets aan kunnen doen • not be able to help itkan ik er iets aan doen! • I can't help it!er is niets aan te doen • there's nothing to do about it, it can't be helpedmet iemand te doen hebben • feel sorry for someonehet is hem te doen om • he is out to (do something)niets aan te doen • can't be helpedte niet doen • undo, nullifyzich aan iets te goed doen • do (oneself) well on something2 [bezig zijn met] do, be3 [handel drijven] do ⇒ deal♦voorbeelden:gewichtig doen • act importantdoe maar net of ik er niet ben • just pretend I am not hereniet doen! • don't (do that)!doen alsof • pretendje doet maar • 〈 vaak ironisch〉 go ahead, suit yourselfaan sport doen • do/take part in sport(s)aan de lijn doen • be dietinghij doet lang over dat boek • he is taking a long time over that book -
4 eer
eer1〈de〉♦voorbeelden:de eer redden • save one's facehet is mijn eer te na • I have my prideaan u de eer (om te beginnen) • you have the honour (of starting)iets/het aan zijn eer verplicht zijn • be honour boundin eer en aanzien leven • be held in high esteemiemand in zijn eer herstellen • clear someone's nameiets in ere herstellen • 〈 principe〉 restore (a principle), reinstate (a custom)iemand in ere houden • hold someone's memory dear, cherish someone's memoryeen dag/gebruik in ere houden • observe a (feast) day, keep up a customiemand in zijn eer (aan)tasten • hurt someone's pridenaar eer en geweten antwoorden • answer to the best of one's knowledgeop mijn (woord van) eer • I give you my word (of honour)zijn naam eer aandoen • be a credit to one's familyde tafel eer aandoen • do justice to the mealer is geen eer aan te behalen • 〈 van iemand〉 good advice is thrown away on him; 〈 van iets〉 little (credit) can be gained by iteer behalen met • gain credit byde (over)winnaar eer bewijzen • pay tribute to the winnerde/geen eer van iets hebben • receive credit/no credit for somethinghem komt alle eer toe • he deserves all the crediter een eer in stellen om • consider it an honour tohet zal me een (grote/bijzondere) eer zijn • I will be (greatly) honouredte zijner ere • in his honourter ere van • in honour of (someone/something)dat strekt u niet tot eer • that is not to your creditere zij God • glory to God3 ze heeft haar eer verloren • she lost her honour/virtuein (alle) eer en deugd • in (all) honour and decency————————eer2〈 voegwoord〉 -
5 pijn
2 [verdriet] pain♦voorbeelden:iemand pijn doen • hurt someoneik heb overal pijn • I'm sore/I hurt all overeen medicijn om de pijn te stillen • a medicine to alleviate the painpijn in de buik hebben • have (a) stomach-ache, have a pain in one's stomachpijn in de keel hebben • have a sore throatgek/vertrokken/het uitschreeuwen van de pijn • half-crazed/drawn/cry out with painmet veel pijn en moeite iets gedaan krijgen • get something accomplished with a great deal of trouble -
6 pijnlijk
1 [pijn veroorzakend] painful3 [pijn lijdend] suffering4 [blijk gevend van pijn] pained5 [krenkend] painful, hurtful6 [gekwetst] pained8 [uiterst zorgvuldig] painstaking♦voorbeelden:1 een pijnlijke wond/operatie • a painful wound/operation2 een pijnlijke rug • a painful/sore backpijnlijk aanvoelen • hurt, be painfulII 〈 bijwoord〉1 [zodat pijn veroorzaakt wordt] painfully3 [zodat verdriet veroorzaakt wordt] painfully4 [als iemand die verdriet heeft] as if pained5 [op uiterst zorgvuldige wijze] painstakingly♦voorbeelden:3 iemand pijnlijk krenken • offend/hurt someone sorely -
7 iemand verdriet/pijn doen
iemand verdriet/pijn doenhurt someone, cause someone grief/painVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand verdriet/pijn doen
-
8 groot
4 [de genoemde afmeting hebbend] in size5 [uitgebreid] great6 [belangrijk] great7 [intens] great8 [uitmuntend] great♦voorbeelden:een veel te grote jas • a jacket which is much too big/largeeen tamelijk grote kamer • quite a big/large roomde kans is groot dat … • there's a good chance that …de kans is niet groot dat … • there's not much of a chance that …een zo groot mogelijk stuk • as big/large a piece as possibledat is de grootst mogelijke onzin • that is utter/absolute nonsensegroter gaan wonen • move (in)to a bigger houseop één na de grootste • the next to largest2 wat ben jij groot geworden! • how you've grown!hij wordt groter dan zijn vader • he's going to be taller than his fatherde grootste van de twee • the bigger of the twode grootste van de drie • the biggest of the threehij is 5 cm groter dan zij • he is 5 cm taller than she isde grote mensen • the grown-upsvoor groot en klein • for young and oldals ik groot ben, word ik popzanger • I'm going to be a pop singer when I grow updaar ben je te groot voor • you're too big for that (sort of thing)het tekort is tien miljoen groot • the size of the deficit is ten million(s)〈 informeel〉 hoe groot is de schade? • what is the extent of the damage?; 〈 informeel〉 what's the damage?twee keer zo groot als deze kamer • twice as big as this roomeen grote hoeveelheid geld • a large amount of moneyGroot Londen • Greater Londoneen steeds groter aantal • _an increasing/a growing numberhij doet alles in het groot • he does everything on a big/large scalein het groot inkopen/verkopen • buy/sell in bulk6 een grote weg • a major/main road, a highwaytot mijn grote verrassing/spijt • 〈 ook〉 much to my surprise/regretdaar ben ik een groot voorstander van • I'm all in favour of it¶ zich groot houden • keep a stiff upper lip, keep up appearancesII 〈 bijwoord〉1 [op grote wijze] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:1 je hebt groot gelijk! • you are quite/perfectly right! -
9 iemand groot verdriet doen
iemand groot verdriet doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand groot verdriet doen
-
10 iemand in zijn eer (aan)tasten
iemand in zijn eer (aan)tastenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in zijn eer (aan)tasten
-
11 iemand in zijn eer krenken
iemand in zijn eer krenkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in zijn eer krenken
-
12 iemand onbedoeld kwetsen
iemand onbedoeld kwetsenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand onbedoeld kwetsen
-
13 iemand pijn doen
iemand pijn doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand pijn doen
-
14 iemand pijnlijk krenken
iemand pijnlijk krenkenoffend/hurt someone sorelyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand pijnlijk krenken
-
15 iemands gevoelens kwetsen
iemands gevoelens kwetsenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands gevoelens kwetsen
-
16 onbedoeld
♦voorbeelden: -
17 lelijk
1 [niet mooi] ugly♦voorbeelden:het was een lelijk gezicht • it looked awfullelijk schrijven • write untidilydie broek staat je lelijk • those trousers don't suit youlelijk worden • lose one's lookseen lelijke wond • a bad/nasty woundlelijk toegetakeld • be badly hurtlelijk hoesten • have a bad coughlelijk terechtkomen • get badly hurter lelijk voorstaan • be in a very bad positionhet ziet er lelijk uit • things are looking bader lelijk aan toe zijn • be in a bad wayiemand lelijk aankijken • frown at someonelelijk weer • nasty weatherlelijk tegen iemand doen • be nasty to someoneiemand uitmaken voor alles wat lelijk is • call someone all sorts of nameslelijke dingen zeggen • say mean/nasty thingsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:zich lelijk vergissen in iemand/iets • be badly mistaken about someone/somethinger lelijk naast zitten • be way off targethij werd lelijk te grazen genomen • he really got done -
18 kwaad
kwaad1〈 het〉♦voorbeelden:hij doet geen vlieg kwaad • he wouldn't hurt a flyvan geen kwaad weten • be completely innocentik zie daar geen kwaad in, daar steekt geen kwaad in • I don't see any/there's no harm in thatvan kwaad tot erger vervallen • go from bad to worsekwaad stichten • do harm/damagehet kwaad was al geschied • the damage had already been donedat kan geen kwaad • it can't do any harmzij bedoelt daar geen kwaad mee • she doesn't mean any harmvan twee kwaden de minste kiezen • choose the lesser of two evils————————kwaad23 [boos] angry♦voorbeelden:het was lang niet kwaad • that wasn't (at all) badhet te kwaad krijgen • be overcome (by); 〈 emoties〉 break down; 〈 in 't nauw gedreven〉 be hard pressed2 ze bedoelde er niets kwaads mee • she meant no harm/offencehet is niet kwaad bedoeld • that isn't/wasn't meant badlyzich kwaad maken, kwaad worden • get angryiemand kwaad maken • make someone angryhij wordt snel/niet snel kwaad • he has a quick/slow tempervreselijk kwaad • hopping madkwaad zijn op/om iemand/iets • be angry at/with someone/at/about something¶ aan hem heb je een kwaaie • he's a nasty/ugly customerII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:hij is de kwaadste niet • he's not a bad guy -
19 leed
leed1〈 het〉♦voorbeelden:het leed van de oorlog • the evils of warhet leed is weer geleden • that wasn't so bad, was it?————————leed21 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 sorry ⇒ 〈 afgunst〉 envious, 〈 bijwoord〉 with sorrow, 〈 afgunst〉 enviously, 〈 misnoegen〉 with disfavour♦voorbeelden:1 iets met lede ogen aanzien • look upon something with envy/sorrow
См. также в других словарях:
hurt someone's feelings — verb To offend or hurt someone … Wiktionary
hurt — hurt1 W3S2 [hə:t US hə:rt] v past tense and past participle hurt ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(injure somebody)¦ 2¦(feel pain)¦ 3¦(cause pain)¦ 4¦(insult somebody)¦ 5¦(bad effect)¦ 6 be hurting 7 something won t/doesn t hurt ▬▬▬▬▬▬▬ [Date: 1100 1200; : Old French; … Dictionary of contemporary English
hurt — 1 verb past tense and past participle hurt 1 (I, T) if a part of your body hurts, you feel pain in it: My back hurts. | it hurts: Where does it hurt? | hurt sb: My shoulder s really hurting me. | hurt like hell (=hurt very much) 2 (T) if you hurt … Longman dictionary of contemporary English
hurt — hurt1 [ hɜrt ] (past tense and past participle hurt) verb *** 1. ) intransitive or transitive to cause physical pain or injury: You re hurting my arm! These new boots hurt. hurt yourself doing something: Don t hurt yourself exercising. a ) to… … Usage of the words and phrases in modern English
hurt — [[t]hɜ͟ː(r)t[/t]] ♦♦ hurts, hurting, hurt 1) VERB If you hurt yourself or hurt a part of your body, you feel pain because you have injured yourself. [V pron refl] Yasin had seriously hurt himself while trying to escape from the police... [V n] He … English dictionary
hurt for — [phrasal verb] US informal 1 hurt for (something) : to lack (something needed) Those children are hurting for attention. [=those children need to be given more attention] The company is hurting for money right now. 2 hurt for (someone) : to have… … Useful english dictionary
someone wouldn't harm a fly — someone wouldn’t hurt/harm a fly spoken phrase used for saying that someone is very gentle and would not do anything to hurt or upset anyone Terry may look tough, but he wouldn’t hurt a fly. Thesaurus: kind and gentle and sensitivesynonym… … Useful english dictionary
Hurt (Lied) — Hurt Nine Inch Nails Veröffentlichung 1994 Länge 6:12 Autor(en) Trent Reznor Album The Downward Spiral … Deutsch Wikipedia
someone wouldn't hurt a fly — someone who is very gentle … English dictionary
hurt*/*/*/ — [hɜːt] (past tense and past participle hurt) verb I 1) to feel pain somewhere in your body Fred s knees hurt after skiing all day.[/ex] 2) [I/T] to cause someone physical pain or injury You re hurting my arm![/ex] These new boots hurt.[/ex] Don t … Dictionary for writing and speaking English
hurt — I UK [hɜː(r)t] / US [hɜrt] verb Word forms hurt : present tense I/you/we/they hurt he/she/it hurts present participle hurting past tense hurt past participle hurt *** 1) [intransitive] to feel pain somewhere in your body Fred s knees hurt after… … English dictionary